Bronchiaalkanker, bronchiaal- of beter gezegd intrabronchiaal plaveiselepitheel-ulcus
conflict:
- mannelijk territoriumangstconflict
- vrouwelijk schrikangstconflict
mannelijk: de rivaal is nog niet in het territorium, maar het gevaar dreigt, is duidelijk aanwezig.
vrouwelijk: “Oei, een dief!”
Hamerse Haard:
HH fronto-lateraal rechts
actieve fase:
Intrabronchiaal plaveiselepitheel-slijmvlies-ulceratie die meestal niet wordt bemerkt.
genezing:
Het bronchiaal-slijmvlies zwelt om het ulcus.
Het komt tot een beluchtingsgebrek-atelektase perifeer van deze zwelling. Deze atelektase wordt onterecht meestal als bronchiaal-“tumor” aangezien, wat ze niet is. Symptomen: meestal maandenlang hoesten in de genezingsfase. Aan het einde is de atelektase weer belucht.
Bij kleinere conflictmassa’s hebben we bronchitis in de genezingsfase, wanneer de zwelling van het slijmvlies zich meer in de bronchiale tak bevindt. Als de zwelling van het slijmvlies meer in de longblaasjes zit, wordt dit longontsteking genoemd.
crisis:
- sensorisch: hypo-esthesie! Voor en na de crisis: hoesten = longontsteking. Crisis = lysis (“vanaf dan wordt het beter”). Absence.
- Motorisch: epileptische aanval = tonisch-clonische contractie van de bronchiaalspieren = spastische bronchitis.
Biologische Zin:
in de actieve fase.
Door ulceratie de bronchiën te verwijden, om het herkennen of het ruiken van de rivaal te vergemakkelijken.
notitie:
–