Kwajongensstreek met gevolgen
Het handelt zich hier om een 28-jarige rechtshandige man met de volgende aandoeningen:
- teelbalkanker;
- bronchiaalcirrose rechts;
- bronchiaalkanker van de linker long;
- nek- en borstwervel-osteoporose;
- vitiligo (witte vlekkenziekte);
- verlamming van beide armen en benen;
- zwellingen van de zenuwkapsel-einden.
Op het moment dat hij bij Dr. Hamer kwam, was hij bijna volledig verlamd, depressief en psychotisch.
Dit is zijn verhaal:
Twee 12-jarige jonge knapen zaten in de schuur en rookten. Ze wisten natuurlijk, dat de vader van één van de jongens, in wie zijn schuur ze zaten, zijn zoon dat streng had verboden. Maar juist het verbodene trekt aan. Dat was in 1970, een alledaagse kwajongensverhaal.
Plotseling keek een zus door de schuurdeur en zei: “Wat doen jullie hier, roken? Dat zeg ik vader!” Ze had het de vader helemaal niet willen zeggen, blufte alleen maar. Een van de jongens raakte in paniek: “Oh God, die verraadt ons, dat wordt een enorm pak slaag! Luister”, zei hij tot zijn vriend Jean, “als ze het verraadt, dan hang ik mezelf op!”
Twee dagen later hing de jongen zich boven de badkuip op. De ouders van de jongen ervoeren, waarom de knaap zich had opgehangen. Het hele dorp was in oproering en allen staarden naar Jean, onze patiënt.
Jean leed een verschrikkelijke conflictschok, een viervoudig van elke ‘ziekte’ oftewel Zinvol Biologisch Noodprogramma”:
- een verliesconflict met bijbehorende teelbalkanker en zg. bronchiaal-cirrose rechts;
- een territoriumangst-conflict met bijbehorende bronchiaalkanker van de linker long bovenlap;
- een eigenwaarde-inbreuk met bijbehorende nek- en borstwervel-osteolyse;
- een brutaal scheidingsconflict in het post-sensorische hersenschorscentrum met een manchetvormige vitiligo aan de hals en aan beide polsen.
Vitiligo is een ulceratie van de onderzijde van de buitenste plaveiselepitheel-huid en toon zich als witte vlekken op de huid (pigmentafbouw). Het conflict is altijd een brutaal-lelijk scheidingsconflict.
Vanaf de dag, dat zijn beste vriend zich heeft verhangen, was de jonge Jean in sympathicotonie (conflictactief). Hij droomde bijna elke nacht van de dood van zijn vriend, zag zich in zijn droom naar het kerkhof gaan, nam af aan gewicht en had altijd ijskoude handen.
Het ergste echter was: hij had vreselijke depressies en was “eigenaardig veranderd”. Maar dat verweten allen aan de rouw om zijn kameraad en hielden allen voor vanzelfsprekend.
Na ongeveer een jaar nam het totaalconflict af, zonder te worden opgelost. Het werd voor een deel een hangend conflict, want het eigenwaardegevoel had een ernstige knik geleden en de gevolgen waren een scoliose van de borstwervels en ook een ontkalking van de halswervels. In het bijzondere van de atlas (1e HW) en van de 4e tot 6e HW, overeenkomend met een intellectueel eigenwaardeconflict, waarbij het altijd om het fundamentele gaat, bijvoorbeeld: “Is de goddelijke rechtvaardigheid met mij? Heb ik dat verdiend?”
Als men 3 jaar later een steunoperatie van de halswervelkolom doet, gaat de operatie fout. In plaats daarvan volgt een halswervelfractuur. Men zegt het de patiënt en deze gaat door het lint. Alles herinnerde hem aan de hals van zijn door de strop gestorven vriend. Hij raakte ogenblikkelijk in een delirium, staarde alleen nog naar het plafond, had een depersonalisatiegevoel. Hij zag zich liggen, alles werd van onderen af water, want zijn vriend had zich boven de badkuip opgehangen. Bij alle gebeurtenissen, die hij in het delirium zag, was altijd zijn verhangen vriend aanwezig.
De patiënt had een motorisch centraalconflict geleden bij de 5 aanwezige hangende conflicten en kwam daardoor direct in een delirium, had sindsdien een tetraplegie, d.w.z. een verlamming van beide armen en benen. Hij was een verlamde kreupele, gesloten zonderling, wat men in zijn omgeving echter toeschreef aan zijn treurige noodlot.
Een teken van nog een sensorisch corticaal conflict: (pijn- dan wel aanrakings-conflict) in het sensorische hersenschorscentrum waren verder over het hele lichaam verdeelde zwellingen van de zenuwkapsel-einden, zg. Recklinghausen-knopen. Daarbij werd de reeds aanwezige depressie verder verdiept.
Als ik de patiënt in mei 1986 voor het eerste zag, was de jongeman bijna volledig verlamd. Enkel de rechter arm kon hij een heel klein beetje bewegen, kon echter noch grijpen noch de arm opheffen. Eigenlijk kwam hij enkel als proefpatiënt, omdat hoe dan ook geen dokter meer wat met hem kon beginnen. Zijn handen waren ijskoud. Hij zat of lag meer, hulpeloos in de rolstoel, bijna tot op het bot vermagerd. We hebben enkele uren met elkaar gesproken. Dat had hem tot dan nog geen dokter gegund. Hij zou ook allang in een zg. inrichting voor zwaar gehandicapten zijn geweest, als zijn familie hem niet liefdevol had verpleegd. In de loop van het gesprek kreeg hij vertrouwen in mij en was verbaasd, dat zich voor het eerst iemand voor dat interesseerde, waarvan hij, zoals hij mij bekende, nog de meeste nachten droomde: Het geval met de zelfmoord van zijn vriend 16 jaar geleden.
En het wonder gebeurde ! De zwaarbeproefde, zo gevoelige jongeman luchtte voor het eerst in 16 jaar zijn hart, huilend, steeds onderbroken door verkrampt snikken. Het borrelde, explodeerde uit hem. In zijn omgeving had iedereen het ongelukkige geval gekend. Een ieder vermeed het, met het oog op zijn gevoelige situatie, met hem erover te praten. En zo draaide zich de vicieuze cirkel steeds verder. Maar nu ontwaakte deze tot dan in vage lethargische vertwijfeling gevangen jongeman met één slag als uit een diepe nachtmerrie.
Plotseling zei hij geheel onverwachts midden in het gesprek: “Ik weet en voel heel duidelijk, dat ik nu weer gezond word.” Als hij weggereden werd, had hij voor het eerst in 16 jaar weliswaar geen warme, maar al niet meer ijskoude handen. e raket was ontstoken.
Daarna kwamen voor hem lichamelijk zware maanden: Hij kreeg zeer warme handen, een heel heet hoofd, sterke hersenzwellingen en het beetje mobiliteit van de rechter arm ging aan het begin nog terug. Daar tegenover stond echter, dat hij plotseling hevige honger kreeg, eindelijk weer zonder nachtmerries kon slapen en zich goed voelde. Met doses van dagelijks 30mg prednisolon lukte het ons, de kritische fase van de langdurige hersenzwelling succesvol te doorstaan, temeer omdat de patiënt met volle zelfvertrouwen en beëindigde psychose volledig kon meewerken.
Intussen kan hij beide armen weer relatief goed bewegen, de benen gedeeltelijk. Hij heeft 20 kg aan gewicht toegenomen en neemt nu zonder cortison nog verder toe. Hij voelt zich, zoals hij zegt, “reusachtig”.
In werkelijkheid zal er zeker nog een half jaar voorbijgaan, voordat hij de eerste stappen kan wagen. Maar het wonder wordt niet beknot, ondanks dat het iets langer duurt.
Ook psychisch is de patiënt zijn moreel beter, maar hij is nog steeds slap en moe en zal het ook nog minstens een half jaar blijven, ook nu hij geen cortison meer nodig heeft. Zijn goede moraal komt mede, omdat zijn psychosen (depressie en schizofrenie) van hem zijn afgevallen, alsof hij altijd de normaalste mens is geweest.
De verdiensten voor dit wonderlijke geval, dat wil ik er direct bij zeggen, komen niet mij toe. Ik heb enkel het systeem geleverd.
Zijn verwanten en mijn vrienden in Frankrijk, die zich opofferend voor deze zo dankbare patiënt hebben ingezet – en wel vrijwillig! – zij hebben gezamenlijk een meesterwerk aan vertrouwensklimaat en wijsheid geschapen, waarin dit verkommerde kleine plantje kon gedijen. En dat is veel moeilijker, als ik dat hier kan beschrijven. Ik heb daar veel waardering voor. Alleen als zulke optimale condities gegeven zijn, kan men zo een wonder planmatig volbrengen.
Ik heb het geval zo uitvoerig beschreven, omdat het voor vele een troost en een gefundeerde hoop zal zijn. Dat, wat bij deze man na 16 jaar nog terug te draaien was, is bij zeer veel andere patiënten ook nog omkeerbaar. De algemene mening, dat zulke verlammingen na bepaalde tijd onomkeerbaar zouden zijn, waren verregaand niet meer dan een misvatting. In zulke gevallen moet men steeds criminalistisch te werk gaan, precies in ervaring brengen, wanneer welke verlamming is ontstaan. Men kan niet langer alles wat men niet kan verklaren als dwarslaesie afdoen of als kneuzing van de zenuwwortels.
Het is zelfs bij vele gevallen zo, dat de met een verlamming ter wereld gekomen kinderen in de baarmoeder een zwaar conflict-van elke ‘ziekte’ oftewel Zinvol Biologisch Noodprogramm” hebben geleden, dat in het motorisch centrum is ingeslagen. Altijd moet het een angst-conflict van het “vastgelegd zijn” of het “gevangen zijn” zijn, dat tot een verlamming van de motoriek voert. Dit heeft in het geheel niets met intelligentie of bewust overdenken te maken. Het gaat bijna half-automatisch binnen delen van een seconde. Bij een bepaalde soort van ‘ziekte’ oftewel Zinvol Biologisch Noodprogramm” reageert het individu, mens en dier, met een bepaalde soort van “vastgelegd zijn verlamming”, omdat juist het betreffende hersencentrum betroffen is.
Dan vraagt U natuurlijk direct: Ja, maar hoe vindt men het eigenlijke conflict nu na eventueel langere tijd nog. Antwoord: Zeker niet bij een partygesprek, maar meestal eerst na moeizaam detectivewerk. Tenslotte weet men al iets, namelijk welke soort van conflict het geweest moet zijn.
Opmerking:
Krijgen jullie daarvan geen kippenvel, als men bedenkt, lieve lezer, wat voor een wereldwijde uitwerkingen dat kan hebben, wat daar is gevonden? Dat men na zoveel jaren een conflict nog kan oplossen en de innervatie blijkbaar weer kan functioneren!
Het is werkelijk een wonder. Desondanks moet ik jullie hoop iets dempen. Niet elk jong mens heeft een zo wonderbare moraal als deze jongeman!
Het is een lange weg. Weliswaar heeft zo iemand niets meer te verliezen. Maar het terugkeren van de hersenfunctie is ook niet geheel zonder ongemakken. Het geeft ook hyperesthesie (hevige pijnen), hoofdpijn, koorts enz.
Dit verhaal is uit het boek “Kurze Einführung in die Germanische Neue Medizin” van Dr. Geerd Ryke Hamer