Bij een 8-jarige jongen was reeds wegens onduidelijke buikklachten een niet ingedaalde teelbal onder de verdachte diagnose ‘liesbreuk’ verwijderd.
Hij beleefde de zwartste dag van zijn leven, als zijn beste vriend en maatje bij een auto-ongeluk plotseling om het leven kwam en daarbij vreselijk werd verminkt. De patiënt was daarbij niet aanwezig.
Hij was, zo zeiden zijn verwanten eenstemmig, als versteend. Hij kon eerst dagenlang niets zeggen en liep verstard rond. Na enkele dagen kwamen de emoties dan los.
Hij heeft dan een hele week enkel onbeheerst gehuild, ’tranen met tuiten’.
Pas na twee tot drie maanden kwam de patiënt langzaam weer tot rust. Sindsdien, volgens de moeder, was met de ene overgebleven teelbal iets niet in orde. Het was niets ernstigs, een kleine harde knoop, die niet meer veranderde. Maar het gaf de patiënt het gevoel, dat de testikel eenvoudig niet helemaal in orde was.
Jaren waren voorbij gegaan en de patiënt was intussen getrouwd en had een kind.
Bij de dienstkeuring wilde hij zich op deze kleine plek, die daar al sinds enkele jaar te voelen was, laten afkeuren. Daarbij werd hij nauwkeurig onderzocht. Men opereerde hem en vond een (oud) teelbal-carcinoom.
De teelbal werd verwijderd, de patiënt werd daardoor gecastreerd. Hij werd bestraald en met chemo behandeld.
De patiënt heeft de marteling -als castraat – overleefd.
Zijn eigenwaardegevoel is echter sindsdien begrijpelijkerwijze zeer gevoelig. Het huwelijk dreigt stuk te lopen, omdat hij geen kinderen meer kan verwekken.
Opmerking:
Bij interstitiële teelbal-carcinoom (middelste kiemblad) vormt zich in de ca-fase een necrose, dus een weefselafname in het testikelweefsel. De teelbal wordt door de necrose langzaam kleiner en produceert ook minder testosteron. Buiten een licht trekken in de betroffen teelbal is uiterlijk nog niets te zien. Na de conflict-oplossing vormt zich dan een teelbal-cyste, een vermeerdering van het interstitiële hormoonproducerende teelbalweefsel. Hier is altijd een verlies-conflict aanwezig.
Bij het teelbal-teratoom (binnenste kiemblad) gebeurt precies het omgekeerde. Hier maakt het in de conflict-actieve fase compacte tumoren. Met de conflict-oplossing stopt de kankergroei echter langzaam, omdat elk embryonaal weefsel de ‘embryonale groeistuip’ heeft (uitzondering). Hier gaat het altijd om een zwaar verliesconflict, meestal de dood van een geliefde mens, vriend(in) of ook dier.
Dit verhaal is uit het boek “Kurze Einführung in die Germanische Neue Medizin” van Dr. Geerd Ryke Hamer.