Deze patiënt leed een inbreuk op de eigenwaarde met osteoporose in de rechter pols, omdat bij een ruzie met zijn echtgenote zijn hand was “uitgeschoten”. Hij had haar een oorveeg gegeven.
Dat was hem tot dan nog nooit gebeurd.
Na de verzoening volgde de genezingsfase (kleine leukemie) met een zwelling van de pols.
Bij een nieuwe grote ruzie wierp zijn vrouw hem telkens voor de voeten: “Je hebt mij al eens geslagen”.
Sindsdien zwelt na een ruzie met zijn vrouw de pols regelmatig weer op (spoor), een zogenaamde chronisch-recidiverende monarthritis, kort gezegd gewrichtsrheuma.
De inbreuk op de eigenwaarde die de patiënt uit schaamte vanwege de oorveeg had geleden, liet zich zeer praktisch planmatig oplossen, doordat de echtgenote een enorme grote bos bloemen werd aangeboden en tevens alle wensen van de laatste tijd vervuld kreeg. De patiënt maakte haar ook een groot deel van het vermogen op haar persoonlijke rekening over, waardoor ze niet meer het gevoel had, geen aandeel te hebben aan zijn bedrijf, waarin ze voltijds meewerkte.
Want daarom had zich de ruzie elke keer weer ontvlamd.
Sindsdien kunnen beiden met de oorvijg hartelijk lachen.
Opmerking:
Het genezings-oedeem, dat in de buurt van het gewricht, ontkalkte bot ontstaat, drukt door de kraakbeenlaag in de pols en veroorzaakt een vochtophoping, dan wel een gewrichtszwelling. De osteoporose in de buurt van het gewricht in de genezingsfase, dus leukemie en de gewrichtsreuma zijn een en dezelfde.
Men kan ook zeggen, de gewrichtsreuma is enkel een locatiegebonden speciale soort van leukemie.
Dit verhaal is uit het boek “Kurze Einführung in die Germanische Neue Medizin” van Dr. Geerd Ryke Hamer