Schildklier: ulceratie van het plaveiselepitheel van de (voormalige) uitvoeringsgangen (koude klieren).
conflict:
onmachtsconflict
Zegswijze:
- „Mij zijn de handen gebonden. Ik kan niets doen.“
- „Men zou toch dringend iets daartegen moeten doen, maar niemand doet iets!“
Hamerse Haard:
frontaal links
actieve fase:
In de ca-fase vormen zich in de intussen naar buiten gesloten schildklier-uitvoeringsgangen (nu de endocriene klier) ulcera, die niet zichtbaar zijn, maar soms gevoeld kunnen worden als een trekken in de schildklier.
genezing:
In de pcl-fase vormen zich zogenaamde euthyreote (ook retrosternale of mediasternale) schildkliercysten.
De euthyreote cysten hebben hetzelfde mechanisme als de non-hodgkin cysten (zie schema rechts in de rode kolom van de tabel bij kieuwbooggangen).
Het geheel noemt men “euthyreote struma” of “benigne krop“.
Pcl-fase: hypoaesthesie (“muil-slijmvlies-schema”).
crisis:
absence
Biologische Zin:
in de actieve fase
Door ulceratieve verwijding van de uitvoergangen hetgeen resulteert in een verhoogde thyroxine-afgifte (oorspronkelijk in de darm, nu in de bloedbaan).
Notitie:
koude klieren ontstaat door lange conflictactiviteit
opmerking van H. Pilhar
De perianale fistel: “Men was onmachtig om de keutelbrok kwijt te raken”. Zie grafiek