dwarsgestreepte spiernecrose, linker lichaamshelft
conflict:
inbreuk op de eigenwaarde met betrekking tot de mobiliteit.
- bij de rechtshandige betreffende moeder of kind
- bij de linkshandige betreffende een partner
Beispiel: niet kunnen ontkomen (benen), niet kunnen afweren of vasthouden (armen). Zeer sterke relatie met de corticale motorische hersenchors (zie MS).
Hamerse Haard:
in het hersenmerg van de grote hersenen, telkens in de buurt van het relais van het bijbehorende bot en in de motorische hersenschors rechts (zie MS).
actieve fase:
Gestreepte spieren veroorzaken necrose in de ca-fase (zogenaamde spieratrofie). Bijv. in het geval van hartspiernecrose die optreedt tijdens de actieve fase, vindt men meestal een dramatische epileptische aanval van het dwarsgestreepte spieraandeel van het hart tijdens de crisis.
genezing:
Wederopbouw van de genecrotiseerde dwarsgestreepte spieren met hypertrofie van de spieren. LET OP: bijzonder ernstige zwelling bij Syndroom, vaak ten onrechte gediagnosticeerd als spiersarcoom.
crisis:
centralisatie
Biologische Zin:
aan het einde van de genezingsfase en blijvend
De spieren zijn sterker en beter voorbereid op verdere inspanning.
notitie:
De namen, altijd zonder verklaring van de oorzaak, worden in de academische geneeskunde door elkaar gehaald, zoals kool en bieten. Wat voorheen polio heette (hoewel er nooit een virus is gevonden) wordt nu MS of ALS of dwarslaesie genoemd, die niet mechanisch is omdat het wervelkanaal intact is. Al deze termen zijn bedoeld om uit te drukken dat er sprake was of is van spiernecrose (of spierverlamming). Het corticale motorische hersenschorscentrum was bekend en het optreden van myocardiale necrose was bekend, maar niemand wist hoe deze dingen te classificeren, noch psychologisch, noch organisch, noch cerebraal; zeker niet in termen van evolutie, of in relatie tot de 3 kiembladen. Niemand wist bijvoorbeeld hoe hij het verschillende gedrag tussen gladde en dwarsgestreepte spieren moest interpreteren, afhankelijk van het tweefasige verloop.