Al in 1987, toen de creatie van de ‘AIDS’ paniek-makerij in volle gang was, schreef ik in mijn boek „Vermächtnis einer Neuen Medizin“ dat ‘AIDS’ de grootste zwendel was van onze eeuw en om verschillende goede redenen!
Het belangrijkste argument tegen ‘AIDS’ als een onafhankelijke ‘ziekte’ zijn de bevindingen die kunnen worden getrokken uit het ontogenetische systeem van tumoren en het daaruit voortvloeiende ongenetische systeem van microben (schimmels, bacteriën).
Zoals mijn empirisch onderzoek bij meer dan 15.000 patiënten laat zien, is de werking van een ‘kwaadaardig’ virus, dat de eigen afweer van het lichaam wil vernietigen, onafhankelijk de psychische en cerebrale processen – zogenaamd als in een reageerbuis – volledig ondenkbaar, zelfs heel gemakkelijk te weerleggen.
De ERK (ijzeren regel van kanker) stelt dat elke zogenaamde ziekte, dat wil zeggen speciaal programma van de natuur (niet alleen kanker), wordt geactiveerd door een DHS (Dirk-Hamer syndroom), dat wil zeggen een zeer specifieke biologische conflictschok, die in dezelfde seconde een Hamerse Haard (HH) in de hersenen veroorzaakt, in het voor het orgaan verantwoordelijke hersenenrelais. Deze Hamerse Haard die zichtbaar is in een hersenen-computertomogram veroorzaakt overeenkomstige veranderingen aan het orgaan, tumoren, verlamming, enz.
Het ontogenetische systeem van tumoren, dat ik in 1987 vond, ordent nu alle kanker- en kanker-equivalente ziekten volgens kiembladverwandschap, d.w.z. volgens de drie kiembladen endoderm – mesoderm – ectoderm, die al worden gevormd in de eerste weken van de menselijke embryonale ontwikkeling.
Bij elk van deze kiembladen hoort volgens de ontwikkelingsgeschiedenis een speciaal hersendeel, een bepaald type conflictinhoud, evenals een zeer specifieke histologische celvorming.
Het ongenetische systeem van microben rangschikt de microben nu volgens de drie kiembladeren, wat resulteert in:
- dat de oudste microben (schimmels en schimmelbacteriën (mycobacteriën)) voor het entoderm verantwoordelijk zijn en daarmee voor de oude hersenen gestuurde organen en eveneens het kleine hersenen mesoderm, en
- dat de oude microben, namelijk bacteriën, verantwoordelijk zijn voor het mesoderm en alle organen die er door zijn gevormd, en
- dat de jonge, zogenaamde microben, namelijk de virussen (als ze bestaan!), die in de strikte zin geen echte microben zijn, d.w.z. geen levende wezens, uitsluitend verantwoordelijk zijn voor het ectoderm, ofwel voor de organen die door de hersenschors worden gestuurd.
In deze zin betekent ‘verantwoordelijk’ dat elk van de microbegroepen alleen bepaalde orgaangroepen ‘bewerken’ die allen bij hetzelfde kiemblad horen, d.w.z. afkomstig zijn van hetzelfde kiemblad.
Een uitzondering is slechts het ‘grensgebied’ van de mesodermale, kleine hersenen gestuurde organen, die zowel (hoofdzakelijk) door de mycosen en mycobacteriën worden ‘bewerkt’, als ook (minder vaak) door bacteriën die normaal verantwoordelijk zijn voor de organen van het middelste kiemblad (mesoderm) die door het hersenmerg van de grote hersenen worden gestuurd.
Het tijstip waarop de microben mogen ‘bewerken’ is niet afhankelijk van externe factoren, zoals we allemaal ten onrechte aannamen, maar wordt uitsluitend bepaald door onze computer hersenen. Het is altijd het begin van de conflictoplossingsfase, d.w.z. de genezingsfase.
De tweefasigheid van de ziekten bij oplossing van het conflict:
Tot nu toe kenden we in de zogenaamde academische geneeskunde ongeveer 1000 ziekten, ongeveer de helft ‘koude ziekten’ zoals bijvoorbeeld kanker, angina pectoris, MS, nierinsufficiëntie, diabetes enz., en de andere helft ‘hete ziekten’, zoals bijvoorbeeld gewrichtsreuma, nierontsteking, leukemie, hartaanval, infectieziekten, enz.
We vonden de microben altijd ‘apathogene’ in het geval van ‘koude ziekten’, dat wil zeggen ze deden niets. Aan de andere kant, in het geval van ‘hete ziekten’, , vonden we ze altijd ‘zeer virulent’, dat betekent we geloofden dat ze een orgaan hadden ‘besmet’ of aangevallen.
We geloofden dat het belangrijk zou zijn om ons verdedigingsleger van het lichaam te mobiliseren, het zogenaamde ‘immuunsysteem’ tegen het kwaadaardige leger van microben of zelfs kankercellen die ons wilden vernietigen. Dit idee was verkeerd – niets van dat alles was waar. We moeten onze ‘Nieuwe Geneeskunde’ weer helemaal opnieuw beginnen!
Wat heeft dit alles met ‘AIDS’ te maken?
Bij ‘AIDS’ geldt onze interesse de virussen. Hiervoor hebben we in het ontogenetische systeem van microben aangenomen dat de virussen ook hun vaste plaats in dit systeem hebben: ze zijn verantwoordelijk voor alle organen die afkomstig zijn van het ectoderm (buitenste kiemblad) en worden gestuurd vanuit de hersenschors. Zij ‘bewerken’ deze organen, zoals vermeld, uitsluitend in de genezingsfase. De bijbehorende symptomen zijn: vagotonie, meestal koorts, opperhuid of slijmvlies zwelling, en dat is bij de verschillende slijmvliezen uitsluitend zwelling van het plaveiselcelslijmvlies! Zulke opvallende symptomen gaan natuurlijk, zonder uitzondering, gepaard gaan met een hele reeks bloed- en serumreacties.
Wat het ‘immuunsysteem’ betreft, deze vage, ongedefinieerde term die overal wordt gebruikt, zonder onderscheid in de conflictactieve- en conflictopgeloste fase, bij kanker, sarcoom en leukemie willekeurig, zoals bij alle ‘infectieziekten’, uit de volledige onwetendheid over de aard van de ziekten volgde ook het volledige onvermogen om de veelheid aan feiten en symptomen op serologisch en hematologisch gebied correct te beoordelen en in te delen.
Bij het zogenaamde HIV-virus, als het bestaat (het werd het zogenaamde ‘immuun-zwaktevirus’ genoemd door de “ontdekkers”) begreep men hoofdzakelijk dat ‘degene die door de dodelijke ziekte AIDS’ getroffen werden ten gronde gingen aan cachexie en panmyelophtise (beenmerg afbraak), zodat er geen bloed productie meer was.
Dezelfde procedure wordt gevonden bij botkanker of liever gezegd botafbraakkanker, d.w.z. osteolyse van het skelet, dat altijd samengaat met panmyeloftisise (bloedarmoede). Het bijbehorende conflict is afhankelijk van de locatie van het betroffen skeletgedeelten een specifiek eigenwaarde-inbreuk-conflict (EWI-conflict).
De genezing van een dergelijk EWI-conflict zou de callus-nieuwvorming van de bot-osteolyse (recalcificering) zijn, die door een leukemie wordt begeleid.
Als een ‘AIDS’-patiënt erin slaagt om zijn eigenwaarde tegen alle verwachtingen in te herstellen, dan komt hij bij de academische geneeskunde van de regen in de drup, want hij wordt met chemo pseudotherapeutisch dood behandeld.
Voor de volledigheid zou ik eigenlijk veel argumenten tegen ‘aids’ moeten aandragen, maar dat is in dit beknopte artikel niet mogelijk. Ik wil slechts een paar van hen noemen die ik belangrijk vind.
Niemand heeft ooit een bepaalde symptomatiek waargenomen na een zogenaamde HIV-infectie, zoals gebruikelijk is bij mazelen of rodehond.
HIV-virussen zelf worden nooit gevonden bij aidspatiënten.
Syndroom AIDS’ zouden voornamelijk de T- lymfocyten deelnemen. Daarvan wordt gezegd dat slechts een op de 10.000 ‘een fragment van een virus’, gefagocyteerd zou hebben. Een virus waarvan hele exemplaren niet eens bestaan bij ‘AIDS’ patiënten.
Aangezien er helemaal geen ‘AIDS’-symptomatologie is, staat de deur open voor medisch-diagnostische willekeur: Als een persoon geen positieve HIV-test heeft, en hij lijdt aan bijvoorbeeld: kanker, gewrichtsreuma, sarcoom, longontsteking, diarree, dementie, schimmelziekte, tuberculose, koorts, herpes of allerlei neurologische symptomen of uitvalsverschijnselen, dan zijn dit allemaal normale langlopende ziektes volgens de huidige voorstellingen. Maar als dezelfde persoon een positieve HIV-test heeft, dan zijn dit allemaal onmiddellijk kwaadaardige ‘AIDS symptomen’, bijna zou men zeggen ‘AIDS metastasen’ die wijzen op de snel pijnlijke dood van de ongelukkige ‘AIDS’ patiënt.
Het is ook heel vreemd dat ‘aids’ als een vermoedelijke virale ziekte zich totaal anders gedraagt dan alle andere virale ziekten, want die gelden steeds dan als genezen als de antilichaamtest positief is geworden.
Het vreemdst van alles is een feit wat door alle onderzoekers slechts en passant werd genoemd, maar waar nog niemand enige consequenties aan heeft verbonden: “Aids krijgt alleen diegenen die weten dat ze HIV-positief zijn of die het van zich gelooft!
Vreemd dat nog niemand dit zeer verbazingwekkende fenomeen heeft onderzocht? We kennen volkeren die 100% HIV-positief zijn, maar die niets gebeurt. Chimpansees, hoewel HIV-positief, ontwikkelen nooit een enkel symptoom dat op ‘aids’ zou kunnen lijken.
Dus de hele zaak moet iets met de psyche te maken hebben. Om preciezer te zijn: als mensen pas merkbaar ziek worden als ze te horen krijgen dat ze HIV-positief zijn, dan is het de hoogste tijd om je voor te stellen wat er gaande is in de psyche van zo’n patiënt die zo’n verwoestende diagnose krijgt met een mortaliteitsprognose van 50%!
Zijn onze doktoren zo zielloos dat niemand zich heeft kunnen voorstellen wat er aan de hand is bij zo’n patiënt die op brute wijze wordt geconfronteerd met zo’n verwoestende diagnose?
De patiënt weet niet dat het allemaal onzin is. De arme man neemt het voor waar, vooral omdat dit hele theater op een heel professionele manier wordt gespeeld!