Hoe zoek je en hoe los je het conflict op als je het eenmaal hebt gevonden?
Hallo Helmut,
Mijn zoon werd eind november twee jaar oud. Hij kon al heel goed spreken voor zijn leeftijd en verraste ons bijna dagelijks met nieuw opgepakte woorden en het vormen van zinnen; zo goed dat bijna iedereen hem daarvoor prees.
In de eerste week van januari merkte ik dat hij bij het uitspreken van woorden zinloos en struikelend begon te herhalen. Het werd elke dag erger en erger en na ongeveer drie tot vier weken stotterde hij voortdurend als hij iets zei, op bijna elk woord.
Ik ken de Germanisch al bijna tien jaar en het heeft me nog een tijdje gekost om het onder de knie te krijgen. Mijn hoofd speelde de situatie a la: “De kleine denkt sneller dan hij kan spreken…” en herinnerde hem er meerdere keren per dag aan om langzaam te spreken. Toen ik op een gegeven moment duidelijk besefte dat er inderdaad iets mis was, begon ik meteen met mijn detectivewerk:
Wat wordt beïnvloed bij stotteren is het strottenhoofd, of de spieren die genezen en spasmen. Het conflict is schrik/angst.
Ik spoel nu terug. Ik dacht eerst aan oudejaarsavond. Papa had een paar kindvriendelijke rotjes, glimmers en fakkels gekregen, maar zelfs dat was te veel voor onze zoon. Papa probeerde hem toch een beetje hardnekkig te overtuigen, dus hij huilde en wilde naar binnen. Maar toen ik er verder over nadacht, kon het niet zo zijn – ik was de hele tijd in de buurt, hij kon zich met mij verstoppen en toen hij naar binnen wilde, gingen wij ook. Zelfs als hij bang was geweest, was de situatie niet dramatisch voor hem en zeker niet isolerend…
Toen werd het mij helemaal duidelijk! Ergens in de kerstweek gaf ik mijn zoon zijn glazen drinkflesje in de keuken, gevuld met aardbeienmelk. Hij liep over de betegelde gang naar de woonkamer en toen viel de fles uit zijn hand en versplinterde op de vloer. Ik rende meteen naar hem toe en zei hem dat hij opzij moest gaan en daar moest stoppen, want de hele gang zat nu vol met aardbeienmelk en gebroken stukken glas. Slechts enkele seconden na het ongeluk barstte papa uit de slaapkamer en begon meteen te schreeuwen. Hij had geslapen, was in een slecht humeur en had altijd al voorspeld dat het glazen flesje uiteindelijk fout zou gaan. De kleine stond in de deuropening tussen de woonkamer en de gang, huilend in reactie op het geschreeuw van papa. Ik denk dat hij heel goed begreep dat het “zijn schuld” was. Hij wilde graag troost vinden bij mij, maar ook ik moest met kracht duidelijk maken dat hij in de woonkamer moest blijven, omdat er tussen ons nog steeds de plas en de scherven lagen. Papa klom er overheen en in plaats van hem te troosten, liep hij gewoon langs hem heen en negeerde hem. Dus het kleintje stond daar, volledig ontredderd, tot ik klaar was met opruimen en hij bleef daarna nog lang in mijn armen huilen tot hij eindelijk kon kalmeren.
Toen ik me dit alles herinnerde, herinnerde ik me ook hoe hij nadien aan allerlei mensen bleef vertellen over de aardbeienmelk die “kraaachh” had gemaakt.
Die avond, nadat ik deze situatie als oorzaak had geïdentificeerd, vroeg ik hem tijdens onze avondknuffel of hij het zich kon herinneren. Zijn reactie liet me meteen zien hoe levendig de herinnering nog was. Ik heb een paar keer herhaald dat het helemaal niet erg was en dat papa hem alleen maar had uitgescholden omdat hij geschrokken was. Dat niemand boos was, enz. en deed de suggestie dat als zoiets weer zou gebeuren, we er samen gewoon om zouden lachen. De net tweejarige verraste me door te reageren door zich voor het eerst echt in zichzelf keerde (althans dat had ik gezien) om de hele zaak duidelijk in zijn hoofd te herhalen, en plotseling luid schaterde. Nu kon hij er om lachen!
Het stotteren zakte met sprongen en na ongeveer vier of vijf dagen was het geheel verdwenen. Gewoonweg ongelooflijk!
Het spoor was waarschijnlijk de vader, die in de eerste week van januari weer aan het werk was gegaan. Dus het kind kwam gedeeltelijk in de oplossing. Maar ’s avonds zagen ze elkaar. Ik moet er niet aan denken wat een moeilijkheden het gebeuren zou zijn geweest, ook al leek het onschuldig.
Mijn broertje stottert al sinds de kleuterschool, dus ik ken alle pseudo-therapieën die hij heeft moeten doorstaan, die geen van allen hebben geholpen. Vandaag de dag heeft hij het als volwassen man meestal relatief goed onder controle, maar het is niet weg en het stotteren heeft zijn leven voor een groot deel beïnvloed.
Dank u, Dr. Hamer.
Bedankt Helmut.
Opmerking van H. Pilhar
De conflictief beleefde gebeurtenis wordt onderdrukt in het onderbewustzijn om het leefbaar te maken. Toch blijft dit conflict onopgelost en dus blijft het spoor bestaan. Als men nu – net als de moeder – weet waar men naar moet zoeken, dan kan men, door de patiënt vakkundig te ondervragen, zijn conflict van die tijd uit zijn onderbewustzijn in zijn bewustzijn brengen.
Als deze gebeurtenis van die tijd vandaag niet relevant is, zal dit conflict verdwijnen. Zo niet, dan moet men de patiënt een andere uitweg wijzen!
Slimme moeder, slimme zoon!