Wat is eigenlijk de Germanische Heilkunde®?
De moderne geneeskunde begon het menselijk lichaam te verkennen om het beter te kunnen genezen als het ziek is. Dit was, zoals zal blijken, in principe onvolledig, omdat uit puur enthousiasme bij het ontdekken van de mechanisch-biochemische verbindingen, de psyche en de hersenen volledig buiten beschouwing werden gelaten.
Op dezelfde manier werden voorheen de banen van de planeten als spiraalvormige banen rond de aarde verkeerd begrepen. Dit omdat om dogmatische redenen de zon niet als centrale ster in aanmerking werd genomen, wat niet alleen geen zin had, maar ook moeilijk te berekenen was. Maar sinds Galileo de zon herontdekt heeft als de centrale ster van ons planetenstelsel, zijn de banen van de planeten vrij eenvoudige banen rond de zon.
De artsen van vroegere eeuwen of millennia hadden hun overwegingen vooral gericht op de psychologische samenhangen, zowel wat betreft de diagnose als de therapie. Natuurlijk konden zij hun bevindingen niet onderbouwen op basis van anatomie, fysica en biochemie, dat wil zeggen met moderne natuurwetenschappen, maar zij deden hun ervaring vooral psycho-intuïtief op, wat vandaag de dag nog steeds deels als onbelangrijk wordt beschouwd. Beide visies zijn onvolledig, beide visies laten de hersenen min of meer buiten beschouwing. Al met al stond de psychisch-intuïtieve benadering echter nog dichter bij de werkelijke omstandigheden, omdat we kunnen zien welke vreselijke gevolgen een puur organisch georiënteerde geneeskunde heeft. Aan de andere kant kan men natuurlijk niet tot een reproduceerbare systematische synopsis komen als men niet het hele biologische veld omvat.
In werkelijkheid bestaat het onderscheid tussen psyche, hersenen en orgaan strikt genomen niet, omdat het in werkelijkheid een voortdurend synchrone drie-eenheid is, namelijk:
Alle processen van psyche en orgaan zijn verbonden en gecoördineerd door de hersenen.
De hersenen zijn als het ware de grote computer van ons organisme, de psyche wordt de programmeur, lichaam en psyche worden samen het ervaringsorgaan van de computer, zowel in het geval van een optimale programmering als in het geval van een verstoring van het programma. Want het is zeker niet zo dat alleen de psyche de hersenen en het orgaan programmeert. Want het orgaan is ook in staat om een automatische programmering van de hersenen en de psyche te induceren in geval van verwondingen, gebroken botten en dergelijke. Dit constante samenspel tussen psyche, hersenen en orgaan, met de hersenen als de grote computer van ons hele organisme, ontwikkeld over miljoenen jaren, moet in gedachten worden gehouden als we de biologische wetten van de Germanische Heilkunde® willen begrijpen. Maar de Germanische Heilkunde® omvat niet alleen de relatie tussen psyche, hersenen en orgaan, maar geeft ook de embryonaal-ontogenetische verklaringen om te begrijpen waarom de individuele relaiscentra zich bevinden op de plaatsen in de hersenen waar we ze zich vinden. En het verklaart ook de samenhangen tussen de verschillende kiembladen en de daaruit resulterende verschillende histologische formaties van zowel de kankertumoren als het normale weefsel. Want op elke locatie van kanker vinden we het histologische patroon van het weefsel dat er embryonaal bij hoort.
Bovendien omvat het nog een verdere coördinatiecirkel, die de relatie van de verschillende gedrags- en conflictpatronen in grotere eenheden (familie, clan, horde, roedel, kudde, enz.) toont en deze synopsis voor de hele kosmos uitbreidt en het samenleven onder elkaar en in symbiose met andere rassen, soorten, wezens in een kosmisch kader ziet, dat in de loop van miljoenen jaren is gegroeid.
De 3e wetmatigheid van de Germanische Heilkunde®, “Het ontogenetische bepaalde systeem van tumoren en kanker-equivalente ziekten”, classificeert deelt alle zogenaamde ziekten in volgens het kiemblad waartoe ze behoren: het binnenste, het middelste en het buitenste kiemblad, die al aan het begin van de ontwikkeling van het embryo gevormd zijn.
Elke cel of orgaan van het lichaam kan niet alleen worden toegewezen aan een van deze zogenaamde kiembladen, maar aan elk van deze kiembladen behoren ook ontwikkelingshistorisch bepaalde delen van de hersenen en ook histologische formaties.
Bovendien gedragen de door de grote hersenen gestuurde organen en de door de oude hersenen gestuurde organen zich in de conflictactieve en de conflictopgelosde fase precies omgekeerd evenredig met elkaar wat betreft de toename en afname van de cellen. Met andere woorden:
De cellen of organen die zich ontwikkelen vanuit het binnenste kiemblad hebben hun relais in de hersenstam en in geval van kanker vermenigvuldigen ze zich met compacte tumoren van het adeno-celtype (bijv. in de lever, de long, in de darm).
De cellen of organen die zich vanuit het buitenste kiemblad hebben ontwikkeld, hebben hun relais in de hersenschors en in het geval van kanker veroorzaken ze celversmelting in de vorm van zweren of ulceraties of een functieverlies op organisch niveau, bijv. diabetes of verlamming.
Met het middelste kiemblad onderscheiden we een oudere en een jongere groep:
De cellen of organen die tot de oudere groep van het middelste kiemblad behoren hebben hun relais in de kleine hersenen, d.w.z. ze behoren nog steeds tot de oude hersenen en maken dus bij kanker ook compacte tumoren in de conflictactieve fase, namelijk van het adenoïde celtype (bijv. borst, melanoom, mesothelioom = hartzakje, borstvlies, buikvlies).
De cellen of organen die tot de jongere groep van het middelste kiemblad behoren hebben hun sturing vanuit het hersenmerg van de grote hersenen en maken in geval van kanker necrose of weefselgaten in de conflictactieve fase, bijv. celversmelting (de gaten in het bot, de milt, de nier of de eierstok).
Dit toont aan dat kanker geen onzinnige gebeurtenis is waarbij cellen toevallig wild worden, maar een zeer begrijpelijk en reeds voorspelbaar proces, dat precies de ontogenetische condities volgt.
Volgens de 4e wetmatigheid van de Germanische Heilkunde® “Het ontogenetisch bepaalde systeem van de microben” breken de door de oude hersenen gestuurde organen hun tumoren af met behulp van speciale microben, terwijl ook in de genezingsfase de gaten van de door door het hersenmerg gestuurde organen onder zwelling met behulp van bacteriën weer worden opgevuld. Net als de hersenschorsgestuurde organen worden ook deze opgevuld met zwellingen, maar dan zonder microben (de virussen bestaan niet).
We hadden de microben tot nu to zo begrepen alsof ze de zogenaamde infectieziekten zouden veroorzaken. Deze opvatting leek voor de hand te liggen, omdat we deze microben altijd antroffen bij de zogenaamde infectieziekten. Alleen was dat niet waar. Want deze vermeende besmettelijke ziekten werden altijd voorafgegaan door een conflict-actieve fase. En pas als het conflict is opgelost, kunnen deze microben actief worden. Ze worden gestuurd en geactiveerd door onze hersenen. En ze helpen ons in die zin dat ze de gevolgen van de kanker die overbodig is geworden, dat wil zeggen de tumor die niet meer nodig is nadat hij zijn taak heeft volbracht, wegnemen, of dat de bacterieën helpen om de gaten, necrose en weefselvernietiging van de grote hersenengroep weer op te bouwen. Ze zijn dus onze trouwe helpers, onze gastarbeiders.
Het idee van het immuunsysteem als het leger dat tegen de kwaadaardige microben vecht, was gewoonweg verkeerd. Want de microben zijn niet de oorzaak van ziekten, maar optimaliseren het genezingsproces.
De 5e wetmatigheid “De wet van het begrijpen van elke zogenaamde ziekte als een (ontwikkelingshistorisch begrijpelijk) zinvol biologisch speciaalprogramma van de natuur” (SBS), zet de gehele geneeskunde op zijn kop. Als men de ziekten van de afzonderlijke kiembladen afzonderlijk bekijkt, vindt men dat er duidelijk sprake is van een biologische zin. Omdat we de vermeende “ziekten” in de Germanische Heilkunde® niet langer begrijpen als “kwaadaardigheden”, fouten van de natuur of Gods straf, maar als delen of afzonderlijke fasen van onze Speciaalprogramma’s van de Natuur, is sindsdien de biologische zin die in elk SBS zit van doorslaggevend belang. Dus het Speciaalprogramma heeft een zinvol biologisch doel of met het SBS moet iets zinvols of zinvol-biologisch noodzakelijks worden bereikt. Het biologische doel in een moeder/kind-conflict is bijvoorbeeld dat het organisme extra borstklierweefsel opbouwt om het kind, dat bijvoorbeeld door een ongeval een ontwikkelingsstoornis ondergaat, te helpen met meer moedermelk.
Voor vrouwen in zogenaamde beschaafde landen vinden deze processen meestal plaats buiten de borstvoedingsperiode. Dus als een vrouw in onze beschaving een moeder/kind-conflict krijgt terwijl ze geen borstvoeding (meer) geeft, dan groeit zo’n borstkliertumor en imiteert het doel om meer melk te geven aan de zuigeling, die als kind, maar meestal niet meer als zuigeling aanwezig is.
Dit heeft onze moderne artsen ertoe gebracht om deze tumor te beschouwen als iets volkomen zinloos, ziek, een degeneratie van de natuur, omdat ze het begrip van de oorspronkelijke betekenis hebben verloren.
Zonder de vaststelling van de links- of rechtshandigheid kan men niet werken in de Germanische Heilkunde®. Want bij de rechtshandige vrouw is de linkerborst verantwoordelijk voor het kind en de moeder van de vrouw en het nest en de rechterborst voor de partner of partners, waartoe eigenlijk alle andere mensen behoren, behalve kleine kinderen of mensen en dieren die als kinderen worden ervaren. Bij de linkshandige vrouw is het precies het tegenovergestelde.
Als men applaudisseert zoals in het theater, dan is de bovenliggende hand de leidende, d.w.z. het bepaalt de handigheid. Als de rechterhand boven ligt, dan is men rechtshandig; als de linkerhand boven ligt, dan is men linkshandig gezien vanuit de hersenen. Deze test is erg belangrijk om te weten te komen op welke hersenhelft iemand werkt, want er zijn veel omgeschoolde linkshandige mensen die denken dat ze rechtshandig zijn. Maar het is net zo belangrijk om te weten hoe oud de patiënt is, welk geslacht en of dat er rekening moet worden gehouden met eventuele hormonale bijzonderheden of ingrepen, zoals de anticonceptiepil, de bestraling van de eierstokken, de inname van hormonen, de menopauze enz.
De biologische conflicten kunnen alleen vanuit de ontwikkelingsgeschiedenis worden begrepen als archaïsche conflicten die bij mens en dier in principe analoog zijn.
Het dier ervaart de meeste van deze biologische conflicten op een werkelijke wijze, wij mensen vaak geassocieerd. Voor het dier is een brok die het niet kan inslikken echt een stuk voedsel, voor de mens kan het ook een biljet van vijfhonderd euro zijn of een lot uit de loterij.
In de Germanische Heilkunde® mogen operaties in principe en niet in elk geval worden afgewezen. Ze dienen alleen individueel en met gezond verstand te worden geïndiceerd. Dat wil zeggen, wanneer het aannemelijk lijkt, dat een spontane genezing te lang zou duren of wanneer het tot volgconflicten leidt, bijvoorbeeld wanneer een patiënte zich misvormd voelt door een knobbel in haar borst en er door een DHS een melanoom is ontstaat – maar altijd alleen volgens de criteria van de Germanische Heilkunde®.
De behandeling met geneesmiddelen is geenszins een exclusief domein van de academische geneeskunde. Alle medicijnen die symptomatisch goed zijn, moeten ten behoeve van de patiënt worden gebruikt volgens het criterium of de arts ze ook bij zichzelf of zijn eigen vrouw zou gebruiken.
De Germanische Heilkunde® is een empirische natuurwetenschap. Het is gebaseerd op 5 empirisch gevonden biologische wetmatigheden die op elk afzonderlijk geval van ziekte bij mensen en zoogdieren in strikt wetenschappelijke zin toepassing vinden.
Onwetendheid over deze wetmatigheden in medisch-klinische zin heeft ons belet om de geneeskunde correct in te delen of zelfs een enkele ziekte te begrijpen of juist te kunnen beoordelen.
We zijn nooit in staat geweest om kanker en zijn connecties te herkennen, omdat we dachten dat het ongeneeslijk was en we ons hadden gericht op het elimineren van de symptomen van kanker op organische niveau. We hadden ook niet de mogelijkheid om de zogenaamde besmettelijke ziekten te begrijpen, omdat we ze niet beschouwden als fasen van genezing, maar als agressieve fasen van ziekte, waarin de microben ons wilden vernietigen. De wet van de tweefasigheid van ziekten werd ook niet in aanmerking genomen vanwege een gebrek aan kennis van de onderlinge relaties. Eveneens werd het psychische niveau en het hersenniveau, het belang van de links- en rechtshandigheid niet in aanmerking genomen. Van de epileptische crisis, die de meest voorkomende doodsoorzaak is, nog maar te zwijgen.
Al deze nieuwe mogelijkheden van herkenning en genezing komen voort uit het begrip van de IJzeren Regel van Kanker van de 1e wet en het zogenaamde DHS = het Dirk-Hamer-Syndroom (conflictschok), die inmiddels vaste medische termen zijn geworden in de Germanische Heilkunde®.
Het DHS is een ernstig, zeer acuut, dramatisch, isolerend beleefd, biologisch conflict dat ons volledig onvoorbereid op het “verkeerde been” zet. Tegelijkertijd op alle drie de niveaus: in de psyche, in de hersenen en aan het orgaan. In de seconde van het DHS is alles al geprogrammeerd.
De inhoud van het conflict overeenkomstig is een bepaald deel van de hersenen “omgeschakeld”, wat vanaf de eerste seconde met onze computertomogrammen (CT’s) te zien is als een zogenaamde Hamerse Haard (HH) en dus een al voorspelbare verandering in het orgaan. Bijvoorbeeld celtoename of celafname of een functieverandering in de zogenaamde kankerequivalenten. Omschakelen betekent hier dat het DHS “slechts” de omschakeling is op een Speciaalprogramma, zodat het organisme het hoofd kan bieden aan de onvoorziene situatie.
Vanaf dit DHS heeft de patiënt koude ledematen, kan hij niet meer slapen, kan hij niet meer eten, verliest hij gewicht en denkt hij dag en nacht na over zijn conflict. Deze fase is de conflict-actieve stressfase of ook wel permanente symphaticotonie genoemd.
Met het begin van de conflictoplossing (CL) schakelt het organisme weer om van sympathicotonie naar vagotonie. Op psychisch vlak zien we dat de patiënt niet meer dag en nacht aan zijn conflict denkt. Plotseling worden zijn handen erg heet, hij heeft weer een goede eetlust, slaapt weer goed en komt weer aan. Hij wordt echter erg zwak en moe, soms kan hij alleen maar liggen.
Dit is echter geenszins het begin van het einde, maar een zeer positief teken. Deze genezingsfase duurt, afhankelijk van de voorafgaande duur van het conflict, ongeveer zo lang als het conflict heeft geduurd.
Op hersenniveau zien we parallel hieraan tijdens de genezingsfase dat de HH nu oedeem vormt, d.w.z. het tekent donker af en de ringen in de CT worden wazig en donker, en het hele relais in de hersenen zwelt sterk op.
Op het hoogtepunt van de genezingsfase zien we de epileptische crisis. Deze crisis is een proces dat Moeder Natuur sinds miljoenen jaren heeft aangeleerd.
In het midden van de genezingsfase ervaart de patiënt een fysiologische herhaling van het conflict, d.w.z. elke patiënt heeft een korte herinnering aan zijn of haar conflict, wat betekent dat hij of zij voor zeer korte tijd de stressfase ingaat, koude handen krijgt, koud zweet, en alle symptomen van conflictactiviteit weer voor korte tijd ervaart.
Het doel is dat het hersenoedeem wordt uitgeperst en uitgescheiden en dat de patiënt terugkeert naar de normale toestand. Wat we meestal een epileptische aanval met spierkrampen noemen is slechts één speciale vorm van epileptische crisis, namelijk na het oplossen van een motorisch conflict.
Het gevaarlijkste punt is direct aan het einde van de crisis. Daar wordt het duidelijk of de epileptische crisis heeft voldaan om het roer om te gooien. De bekendste epileptische crisis is bijvoorbeeld de hartaanval.
Tijdens de tweede helft van de genezingsfase wordt in de hersenen onschadelijk hersenbindweefsel, de zogenaamde glia, opgeslagen. Dit volledig onschadelijke hersenbindweefsel, dat bij een CT-scan wit kan worden gekleurd met een jodiumcontrastmiddel, werd voorheen ten onrechte beschouwd als een zogenaamde hersentumor en werd met volledige onwetendheid geopereerd. De hersencellen zelf zijn echter niet in staat om zich na de geboorte te vermenigvuldigen. Daarom kunnen echte hersentumoren helemaal niet bestaan.
Op het niveau van de organen zien we nu wat voorheen als het belangrijkste werd beschouwd, namelijk dat de kanker niet meer groeit; dat wil zeggen dat met het oplossen van het conflict ook de kankergroei stopt.
De 2e wet van de Germanische Heilkunde® zet onze gehele voorkennis grondig op zijn kop. Het is “De wet van de tweefasigheid van alle ziekten bij oplossing van het conflict”.
Kenden we tot op heden, ruwweg geschat, ongeveer 1000 zogenaamde “ziekten”, dan vonden we bij nader inzien dat ongeveer de helft van deze vermeende “ziekten” de patiënt koude handen toonde, koude periferie, en ongeveer de andere helft warme of hete “ziekten”, waarbij de patiënt warme of hete handen had en meestal koorts.
In werkelijkheid waren er slechts 500 “tandems”: voor (na DHS) een koude, conflictactieve, sympathicotone fase en achter (na CL) een warme, conflict-oplossende, vagotone genezingsfase.
Alle ziekten die we kennen, verlopen facultatief op deze manier, op voorwaarde dat het conflict wordt opgelost. Als we terug kijken dan hebben we in de huidige geneeskunde geen enkele ziekte correct herkend: Bij de zogenaamde “koude ziekten” werd de daaropvolgende genezingsfase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een aparte ziekte (bijv. “griep”).
Bij de zogenaamde “hete ziekten”, die altijd de tweede fase vertegenwoordigden, namelijk de genezingsfase na de voorafgaande conflict-actieve fase, werd deze voorafgaande koude fase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een andere eigen ziekte.
In de hersenen hebben beide fasen van nature hun HH op dezelfde plaats, maar in verschillende toestanden: in de conflictactieve fase met altijd scherp gemarkeerde cirkels, de zogenaamde schietschijfconfiguratie, is de HH in de conflict-oplossende fase gezwollen, oedematiseerd.
De medicamenteuze behandeling in de Germanische Heilkunde® wordt echter alleen gebruikt om complicaties in het natuurlijke genezingsproces te verlichten of te vermijden. Niet om een kanker te behandelen, zoals gebruikelijk is bij de zogenaamde chemotherapie – wat gelijk staat aan een exorcisme.
Onder chemotherapie wordt verstaan de behandeling met celgiffen, die geacht worden celdeling te voorkomen. Echter, in het geval van oude hersenen gestuurde kankers bevordert chemo zelfs de groei van kanker, omdat het celgif de sympathicotonie verhoogt. Bij de grote hersenen gestuurde kankers is het gebruik ervan volstrekt absurd, omdat het alle genezingsprocessen abrupt stopt.
Volgens de criteria van Germanische Heilkunde® is straling volledig zinloos. Er werd altijd aangenomen dat het symptoom moest worden verwijderd om de verspreiding van uitzaaiingen te voorkomen.
Maar wat de artsen als metastasen beschouwden, waren nieuwe kankers, gebaseerd op nieuwe conflictschokken, d.w.z. in de eerste plaats iatrogene, d.w.z. diagnostische en prognostische schokken die door artsen werden veroorzaakt. Nooit eerder heeft een onderzoeker een kankercel kunnen vinden in het bloed van een zogenaamde kankerpatiënt, want daar zou men ze moeten vinden als ze naar de periferie, d.w.z. de buitenste gebieden van het lichaam zouden zwemmen.
En het effect van chemo en bestraling op de hersenen? Het is wreed stom en eindigt meestal tragisch.
De morfine is catastrofaal voor elke patiënt. Omdat morfine het hele brein op zijn kop zet en de patiënt zijn moraal ontneemt, laat men hem vanaf dat moment willoos inslapen.
Het doel van elke therapie moet dan ook zijn om het begrip van de patiënt voor de onderlinge samenhangen van zijn of haar ziekte te bevorderen. Het is echter zeer moeilijk voor een patiënt die op dat moment alleen is en voortdurend het gevaar loopt in paniek gebracht te worden door zijn omgeving om zich te verdedigen met het begrip van de Germanische Heilkunde® zolang deze een buitenstaandersgeneeskunde is. Als men een goed sanatorium had, waar alle medewerkers en patiënten de Germanische Heilkunde® begrepen, dan zou deze paniekzaaierij ophouden en zouden de patiënten kunnen herstellen.
Maar ook in de Germanische Heilkunde® kan een patiënt aan zijn ziekte sterven.
Maar dit is niet omdat zijn speciale programma niet goed was, maar omdat de patiënt te lang of herhaaldelijk in conflict was, d.w.z. geen grip kreeg op het probleem zelf, wat hem acuut “op het verkeerde been” had gezet.
In het habilitatieproces, dat al sinds 1981 loopt, is het de bedoeling om de bevindingen van de Germanische Heilkunde® te verifiëren of te valsificeren in termen van een wetenschappelijke reproductie. Want in een wetenschappelijke wetenschap is alleen een reproductie bij het eerstbeste patiëntengeval nog steeds de methode van keuze.
Maar zo’n verificatie heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Als het in 1981 had plaatsgevonden, dan zou niet alleen het bestaan van dergelijke natuurwetten in de geneeskunde zijn bewezen, maar ook diagnostische en vooral therapeutische gevolgen hebben gehad voor ontelbare patiënten, die sindsdien allemaal uit pure onwetendheid op het altaar van de klassieke geneeskunde zijn geofferd.
De bevindingen van de Germanische Heilkunde® zijn geen intolerante en zelfabsorberende meningen in sociale zin, maar zijn door Dr. Ryke Geerd Hamer ontdekte en erkende natuurwetten die ook zonder hem bestaan en dagelijks functioneren.