De patiënt (30 jaar) heeft als 12 jarige scholier het volgende moeten beleven: zijn beste vriend en hij wilde over de straat rennen. Hijzelf stopte op het laatste moment, de vriend rende verder en werd door een auto gegrepen (voor de ogen van de jongen), tot onherkenbaar toegetakeld.
De jongen was destijds schreeuwend en in wilde paniek weggerend, had de hele dag door de omgeving gedoold, volledig verward. Op dat moment leed de jongen een verliesconflict met een teelbal-carcinoom.
Hij voelde nadien altijd een kleine verharde plaats, zoiets als een klein hard knopje aan de linker testikel.
Met 29 jaar leed hij een kneuzing aan dezelfde testikel, toen hij met zijn zitvlak op de rand van een aanhangwagen viel. Er vormde zich een grote bloeduitstorting.
Toen de bloeduitstorting weer iets was geminderd, kon men weer het kleine knopje voelen, dat daar al sinds 20 jaar zat. De huisarts verwees hem door naar het ziekenhuis, met de vrees, dat er zich door de kneuzing een kanker ontwikkeld zou hebben.
In het ziekenhuis werd de patiënt geopereerd, de testikel verwijderd, resultaat: bloeduitstorting en ‘een kleine kanker’. Men zei, dat de kanker ingekapseld was, dus ‘nog in het beginstadium’ was!
Nu begon de lijdensweg van de patiënt. Hij werd ‘zekerheidshalve’ met chemotherapie ‘behandeld’.
Maar dat overleefde hij nog allemaal, herstelde zelfs weer daarvan, kon al weer wat werken.
Toen hij daarna bruingebrand van een vakantie terugkeerde, ging hij niets vermoedend naar de nacontrole. Daar werd hem gezegd, dat nu de ’tumormerkers’ (CEA=Carcino-embryonale antigen) omhoog waren gegaan en de prognose vanaf nu slecht was. De patiënt, die het eigenlijk weer echt goed ging, raakte op slag in volledige doodsangstpaniek met longkanker en werd nu nog verder met de meest radicale cytostatica ‘behandeld’.
Door de bijwerkingen raakte hij steeds meer in doodsangstpaniek en dacht uiteindelijk dag en nacht aan niets anders meer dan aan zijn dood!
Drie maanden na de ‘Tumormerker-diagnose’ stierf hij.
opmerking:
Bij de diagnosestelling ‘kanker’ zijn het slechts 1 of 2% van de patiënten – die ook met reden – reeds longkanker vertonen.
. Echter twee tot drie weken later tonen de controles al bij 20 tot 40% van de patiënten longkanker aan; een teken voor het regelmatig door de (meest brutale) diagnosemededeling ingeslagen doodsangst-DHS.
Dit verhaal is uit het boek “Kurze Einführung in die Germanische Neue Medizin” van Dr. Geerd Ryke Hamer.