Zolang het conflict niet kan worden opgelost blijft het SBS in de conflictactieve fase
Symptomen die het hele organisme betreffen
Het hele systeem schakelt over op permanente sympathicotonie, wat betekent: het organisme mobiliseert al zijn beschikbare krachten om het systeem weer op orde te brengen en zijn conflict op te lossen.
Symptomen op het niveau van de psyche
De patiënt is constant bezig met zijn conflict, droomt er ’s nachts van, kan geen andere gedachte bedenken, alles draait om zijn conflict, hij zoekt wanhopig naar een uitweg (obsessief-compulsief denken). Hij heeft moeite om in slaap te vallen en in slaap te blijven.
Symptomen op het niveau van de hersenen
In de hersenen vindt een polariteitsomkering plaats in het getroffen gebied, wat betekent dat andere informatie uit dit gebied wordt uitgezonden en niet langer normale activiteit op het orgaan veroorzaakt, maar een biologisch zinvolle activiteit die overeenkomt met het conflict in kwestie. Gedurende deze tijd kan in de hersen-CT (computertomogram) een zogenaamde schietschijfconfiguratie worden waargenomen, die niet onderhevig is aan veranderingen. De tegenstanders van dr. Hamer noemden deze verschijningen aanvankelijk die ‘rare Hamerse Haarden’, later is de term ‘Hamerse Haard’ de terminus technicus geworden. d
Symptomen op het niveau van het orgaan, het weefsel en de cellen
Met de symptomen van deze niveaus moet men onderscheid maken tussen organen van het binnenste, het middelste en het buitenste kiemblad.
De organen van het binnenste kiemblad die worden bestuurd door de hersenstam, b.v. spijsverteringsorganen, vormen een adenocarcinoom als een tumor. De cellen vermenigvuldigen zich buitensporig. De biologische zin hiervan is om het weefsel te vergroten zodat het zijn oorspronkelijke taak beter kan vervullen. Bijvoorbeeld in het middenoor om beter te horen. Adeno-ca van de alveoli van de longen om betere lucht te krijgen, colon-ca om meer villi-cellen te hebben die meer spijsverteringssap produceren.
Organen van het middelste kiemblad, als ze gestuurd worden vanuit de kleine hersenen, zoals de borst, dermis, pericard, pleura, peritoneum, compacte adenoïde tumoren. Biologische zin: productie van overtollig weefsel voor betere prestaties. Bijv. melanoom = versterking van de huid voor een betere verdediging. Mesothelioom van het peritoneum = versterking van de buikwand ter bescherming van de buikorganen. Mesothelioom van de pleura = versterking tegen een aanval op de longen. Evenzo pericard = aanval op het hart.
Organen van het middelste kiemblad die worden aangestuurd door het hersenmerg van de grote hersenen, zoals botten, kraakbeen, pezen, lymfeklieren, milt, bloedvaten, eierstokken en testikels, evenals die organen die worden aangestuurd door de middenhersenen zoals de nieren en bijnieren, vormen zogenaamde necrose, d.w.z. het tegenovergestelde van tumoren, namelijk gaten, weefselafbraak. De biologische zin is pas aan het einde van de genezingsfase (versterking).
De organen van het buitenste kiemblad die worden aangestuurd door de hersenschors van de grote hersenen (epidermis, bronchiën, kransslagaders en aders, delen van de lever, uitwendige geslachtsorganen, blaas, tandglazuur, sensorische organen) vormen plaveiselcelcarcinomen, d.w.z. zweren met weefselafbraak. Biologische zin: regulering van de status in de groep. Bijv. territoriumconflict: kransslagaders worden uitgehold zodat er meer bloed stroomt om meer kracht te hebben in de strijd om territorium. Dient de natuurlijke selectie. Als een conflict te lang duurt, dan kan ook een oplossing niet langer helpen; het individu sterft. Iedereen heeft een beperkte hoeveelheid tijd om voor zichzelf op te komen in de groep.
In het algemeen geldt voor alle vormen van kanker: hoe uitgebreider de Hamerse Haard in de hersenen, hoe uitgebreider de tumor, necrose of zweer zal zijn. Hoe intenser het conflict, hoe sneller de tumor groeit, hoe groter de necrose of zweer wordt.
Verloop van de “ziekte” bij niet-oplossing van het conflict
Als de patiënt zijn biologische conflict niet kan oplossen, wordt het organisme zo aangetast door de aanhoudende sympathicotonie dat hij kan sterven, meestal niet aan de tumor, maar aan cachexie, verlies van eetlust, vermagering of aan een heel aantal nieuwe kankers die hij heeft. door nieuwe conflicten te krijgen (voorheen metastasen genoemd).
Als de patiënt de kans niet grijpt om zijn conflict op te lossen of als hij er niet in slaagt om het conflict binnen een redelijke tijd op te lossen, dan heeft hij zijn biologische kans verspeeld, dan sterft hij zelfs als enige tijd later – te laat – het conflict is opgelost.
In de strijd met zijn biologische substantie verliest hij vaak zoveel energie dat het hele systeem uit balans raakt, de dood in.
Zover moet het niet komen en met een natuurlijke manier van leven en een beetje intuïtie slaagt bijna iedereen erin om in de tweede fase te komen. Biologisch gezien is de tumor zelf het meest onschadelijke aan kanker.