Een oud bronchiaalcarcinoom
De patiënt was openbaar aanklager en stond als bijzonder fel bekend. Het DHS leed hij na een heftig ambtelijk meningsverschil met zijn chef, de procureur-generaal. De patiënt sprong daarbij opgewonden op, rende uit het vertrek en schreeuwde: “Wat denkt U eigenlijk wel, met U communiceer ik uitsluitend nog schriftelijk!”
Dat hield hij dan ook vijf maanden vol tot zijn pensionering. Zijn pensioen was voor hem de conflictoplossing. De diagnose werd echter per toeval opgemerkt.
Zijn lievelingsdochter zou zich verkiesbaar stellen. Daar zette dit anders zo lieve dochtertje zich tegen hem op en beet flink van zich af: “Je hebt op de juiste tijden nog nooit met mij gesproken, nu heb ik je raad ook niet meer nodig.”
Patiënt: “Dat heeft mij diep geraakt, dat had zich voor het gerecht nog niemand gepermitteerd.”
Hij leed een inbreuk op de eigenwaarde in de vader-dochter verhouding. Na de verzoening kreeg hij pijn in het linker schouderblad, histologisch als kanker gediagnosticeerd. Nu vond men ook het oude bronchiaal-ca, dat in werkelijkheid allang genezen en volledig onschuldig was en ook nooit klachten had gegeven.
Hij kwam naar mij en vroeg, wat hij moest doen. Ik zei: “Niets, verheugt U zich, dat beide conflicten zijn opgelost. Als U niets doet, zal U ook niets gebeuren.”
Hij schudde het hoofd en zei: “Dat doet mij goed, dat zou mooi zijn.”
De familieraad besliste echter anders. Een eerbare openbaar aanklager moet ook een van de staat opgelegde kankertherapie ondergaan.
Zijn vriend, een slimme, eveneens gepensioneerde openbaar aanklager, was vertwijfeld. Hij moest toezien, hoe zijn vriend zich met chemo en bestraling dood liet behandelen en kon niets doen.
Opmerking:
Het interbronchiale plaveiselepitheel-ca, ook kort bronchiaal-ca genoemd, behoort het buitenste kiemblad toe en wordt vanuit de grote hersenen gestuurd. Het is dus een ulcusgebeuren, d.w.z. er vormt zich in de conflict-actieve fase geen tumor maar een ulcus (zweer) in de bronchiaalslijmvlies. In de genezingsfase wordt de bronchus door slijmvlieszwelling bedekt. Daardoor ontstaat een atelectase (= een geheel of gedeeltelijke luchtledigheid) die het hoesten veroorzaakt.
De tragedie is dat het bronchiaal-ca in bijna alle gevallen pas in deze fase wordt ontdekt. Zouden deze patiënten al voor een academisch medisch negatieve diagnose en prognose de weg naar de Germaanse Geneeskunde hebben gevonden, dan zouden 95% van deze patiënten, die zich tenslotte al in de genezingsfase bevinden, overleven.
Dit verhaal is uit het boek “Kurze Einführung in die Germanische Neue Medizin” van Dr. Geerd Ryke Hamer